Wie is de held? Is dat de mevrouw die laatst in de trein opkwam voor een vrouw met een hoofddoek, die gediscrimineerd werd door medereizigers, en daar zelf bij bleef zwijgen? Is dat de moeder die haar zoon vanaf jonge leeftijd alle kans heeft gegeven om zijn talent te ontwikkelen, zelf zwoegend als schoonmaakster om alle lessen te kunnen betalen, zodat haar kind nu kan stralen in een show van John de Mol? Zijn het ouders in het algemeen, die hun voeten keer op keer riskeren in een mijnenveld van legoblokjes, publiekelijk aan de schandpaal worden genageld door hun driftige peuterpuber, en meerdageljks met hun reukorgaan boven een versgebrouwde poepluier hangen? Of alleen de ouders van meervoudig gehandicapte kinderen, die hun kind koste wat het kost nog thuis verzorgen, samen met nog wat broers en zussen, en wellicht zonder partner omdat die wanhopig het honk verlaten heeft?
Vroeger las je alleen over helden in stripboeken. Categorie Hulk, van normaal manneke naar oersterk groen monster. Superman, van kantoornerd naar vliegende superhero. Of zijn vrouwelijke tegenhanger Batwoman, vol in de strijd tegen misdaad en geweld! Nu is held een stopwoordje in iedere treinkrant, landelijk dagblad of willekeurig damesblad. Op tv kun je al met een jaar of zeven een heuse SuperKid zijn. En ook in de alledaagse communicatie is het woord ‘held’ het beste compliment dat je kunt krijgen. ‘Jij held!’ Maar misschien zweeg die mevrouw in de trein wel omdat dit het beste antwoord was. Is het jezelf opofferen voor het talent van je kind niet meer dan een keuze. Die je wel, of niet, kunt maken. Moeten ouders niet zo zeuren: schoenen aandoen helpt en een wasknijper op je neus ook. En willen ouders van gehandicapten helemaal geen helden genoemd worden. Omdat ze niet meer doen dan wat iedere ouder zou doen: hun kind liefdevol opvoeden en verzorgen.
Gelukkig kwam vandaag het antwoord in een klein artikeltje in de Metro, zonder foto. Een onbekende meneer werd gezocht omdat hij een medereizigster had gered van een vastzittend Smintje met een Heimlich greep. Zijn reactie: ‘Dat ik haar kon helpen en ze gezond en wel is uitgestapt is voor mij voldoende.’ Hij vindt het niet het niet meer dan normaal om elkaar te hulp te schieten en hoopt dat de dame in kwestie op haar beurt ook weer mensen kan helpen. Een foto in de krant vond hij ook niet nodig. Iets teveel eer, voor zo’n normale handeling. Betrokkenheid, compassie, elkaar een handje helpen, heet dat geloof ik. O en deze meneer? Heet Gerben, en is allesbehalve een held.