“2018 is almost over and all I got to say is what the fuck was that” Toen ik deze post op Facebook voorbij zag komen dacht ik: oké dan, that sums it all up. Zo’n goede samenvatting dat ik even heb overwogen om dit jaar mijn oudjaarsblog te laten zitten en alleen deze te posten. Omdat ik het er eigenlijk niet meer over wil hebben. Omdat het te veel is om in een blog neer te pennen. Omdat ik er bewust voor heb gekozen om dit jaar wat stiller te blijven op sociale media. Omdat sommige dingen gewoon te privé zijn. Omdat…
Maar tradities zijn er om in ere te houden. Dus. Ik weet nog dat ik stond te proosten op het einde van 2017. Sterretje in mijn hand en champagneglas aan mijn mond. Zó blij dat het jaar voorbij was. Het jaar waarin ik afscheid heb moeten nemen van mijn lieve pleegvader. Nooit geweten dat rouwen zo rauw is. Dat dit nog maar het begin was. Van een jaar vol al die eerste keren zonder. Een jaar waarin ik ook afscheid nam van mijn gezin zoals het was. Heb gevoeld hoeveel pijn je elkaar kunt doen als je van elkaar houdt, maar toch weet dat het beter is om los te laten.
Waarin ik terug ben gegaan naar ‘mijn stad’. Waar ik in het begin dacht: wat de fuck doe ik hier? (Sorry voor het taalgebruik, maar op 2018 mag dus gevloekt worden). Me zo ontzettend schuldig heb gevoeld naar mijn kinderen. Want mag je wel gaan voor je eigen geluk, als je daarmee degenen die je het meest lief hebt ook verdriet doet? Nachtenlang wakker heb gelegen. Rusteloos, de slaap niet kunnen vatten. Waarna ik de volgende ochtend toch weer vroeg op moest, voor mijn nieuwe baan. En op de terugweg even snel langs onze Kate. In ons oude huis, omdat boze buren ervoor zorgen dat haar woonplek nog altijd is uitgesteld.
Waar de fuck ben je mee bezig? Wat de fuck gebeurt er allemaal? Hoe de fuck hou je dit vol? Heel 2018 raasden deze vragen door mijn hoofd. Maar het is gelukt. Ik sta nog. Mijn kinderen zijn oké. De scheiding is achter de rug. Ik heb mijn stad weer leren omarmen. Een mooi dak boven mijn hoofd. Een vast contract gekregen. Ik slaap. Ben trots. Dankbaar. Kijk met vertrouwen naar de toekomst. Naar 2019. En alles wat er verder nog komen gaat.
En ja, als vanavond die klok twaalf uur slaat zal ik dat ene telefoontje weer moeten missen. Hij belde altijd als eerste. Mijn pleegvader. Om me een heel gelukkig nieuwjaar te wensen. Ik denk dat het nooit zal wennen. Maar wel minder rauw wordt. Net als de rest. Ik hoop het.
Een heel mooi 2019 allemaal. Wees dapper. Heb lief. Deel. Troost elkaar. Lach. En geniet.