Slechte moeders zijn moeders die niet voor hun kinderen zorgen. Die kinderen geen liefde geven, gezond en goed te eten, een bed om in te slapen, kleren om aan te trekken. Moeders die er niet voor zorgen dat kinderen de dingen krijgen die ze nodig hebben om prettig en gelukkig op te kunnen groeien. Want daar hebben kinderen recht op. Dat hebben we zo met elkaar afgesproken en dat staat in het kinderrechten-verdrag. Duidelijk. Hoewel? Ook dan kunnen er nog allerlei omstandigheden zijn waardoor je niet goed voor je kinderen kunt zorgen. Omdat je in armoede leeft bijvoorbeeld, een vluchteling bent, omdat het met jouzelf als moeder helemaal niet goed gaat.
En ook na dit verdrag vinden we nog van alles over wat goede en slechte moeders zijn. Er zijn bijvoorbeeld mensen die vinden dat je een slechte moeder bent als je niet gelijk enthousiast op woensdagochtend naar de lerarenkamer rent, om daar zesendertig koppies uit te pluizen op kriebelige beestjes. Wanneer je geen puf hebt om vijftien broekjes en zestien jurkjes in elkaar te naaien voor de eerstvolgende weekafsluiting. Omdat je nog nooit een naaimachine van dichtbij hebt gezien; en het eindresultaat waarschijnlijk is dat je wel je vingers, maar niet die stof aan elkaar hebt genaaid. Omdat je simpelweg geen tijd hebt (zo’n ontaarde moeder, die wérkt). Of, misschien nóg wel erger, omdat je er gewoon geen zín in hebt.
Maar we vinden al helemaal dat je een slechte moeder bent als je niet blij bent met het moeder-zijn. Dat nog durft uit te spreken ook. “Ik hou van mijn kinderen, maar achteraf was het me niet waard” zegt Engelse moeder Tammy, en RTL nieuws schreef er een artikel over. “Een moeder moet dat kunnen zeggen,” zeg ik, in datzelfde artikel. Want wat mij betreft ligt er nog veel te veel taboe op het mogen praten over de minder leuke kanten van het moederschap. Het luizenpluizen en kostuumpjes maken, wat het doet met je lijf, is nog tot daar aan toe. Maar het gaat ook om de grotere thema’s als het enorme en allesoverheersende gevoel van verantwoordelijkheid, de invloed op je relatie, je werk, en alle dingen waar je niet meer aan toe komt.
Hoewel ik nergens in het artikel zeg dat ik zélf niet blij ben met het moeder-zijn – ik geniet enorm van mijn kinderen en zou ze voor geen goud willen missen, alleen daar ging dit artikel niet over – werd ik gelijk overspoeld met kritiek van de hele goegemeente. Ondankbaar zou ik zijn, waarom ik mijn benen dan niet gewoon bij elkaar had gehouden, en of ik wel had gedacht aan al die vrouwen die ongewild kinderloos zijn. Maar ook over dat laatste ging dit artikel niet. Ik heb zelf een dochter met een beperking. Zou er dan nooit meer iemand over het gewoon-moeder-zijn mogen klagen, omdat het bij mij allemaal honderd keer erger is?
Door al die reacties, heb in ieder geval wel kunnen voelen hoe het is als half Nederland vindt dat je een slechte moeder bent. En ik kan je vertellen: ‘it’s not a nice feeling’. Ik heb er zelfs een traan over gelaten, zo hard waren sommige opmerkingen. Laat staan hoe moeder Tammy zich voelt. Moeder Tammy die al in de eerste zin vertelt dat ze van haar kinderen houdt. Waarschijnlijk gewoon al die dingen doet die we in het kinderrechten-verdrag met elkaar hebben afgesproken. Met liefde voor haar kinderen zorgt. Alleen geen blij gevoel krijgt van het moeder-zijn, en daar graag haar hart over wil luchten. Maakt dat van haar een slechte moeder?
Ik vind van niet. En ik vind vooral dat het geen goed idee is om alsmaar stickertjes op elkaar te plakken: ‘jij bent een slechte moeder, want…’ Dat we beter kunnen kunnen kijken naar wat onszelf – en anderen – helpt om je een goede moeder te voelen. Te beginnen met een beetje begrip en steun voor elkaar te hebben. Vooral op de momenten dat het wat minder lekker loopt allemaal. Juist dan.