Mensen lopen gewoon een tijdje met je mee in het leven. Soms langer, soms korter, maar altijd precies lang genoeg. Deze ware woorden, van iemand die al heel lang met mij meeloopt, komen nog regelmatig bovendrijven. Als ik me bijvoorbeeld nog eens afvraag hoe het nu zou gaan met die ene vriendin, met wie ik in mijn studententijd praktisch samen woonde, maar die ik nu nooit meer zie. Nadenk over de relaties die zijn verwaterd, sinds ik kinderen heb, of die daardoor juist intenser zijn geworden. Of wanneer ik kijk naar de mensen die, nu Kate er is, vrijwel dagelijks met ons meelopen. Er nieuw bij zijn gekomen, terwijl anderen zo stilletjes aan zijn verdwenen.
Ik moet ook aan die woorden denken wanneer ik blogs lees over de impact van een gehandicapt kind op je vriendschappen. Zoals de veelgelezen keukentafelblog op Lotje, van een moeder die uitlegt dat het haar spijt dat zij niet meer die vriendin kan zijn die ze ooit was. Of van een andere moeder die uitlegt waarom wij, moeders van gehandicapte kinderen, toch van die lastige en vervelende types zijn. ‘Ik wou dat ik hem had geschreven,’ reageerde een vriendin op die laatste blog. Een nieuwe vriendin, die pas sinds kort meeloopt maar me toch al zeer lief is. Iemand die zelf ook een gehandicapte dochter heeft, en die ik zonder Kate waarschijnlijk nooit had leren kennen.
‘Ik niet,’ dacht ik, toen ik haar reactie las. Hoe mooi de blogs ook zijn, ik had ze niet zelf willen schrijven. Want ik vind eigenlijk helemaal niet dat wij een uitleg verschuldigd zijn, of sorry moeten zeggen voor wat dan ook, zelfs niet als dat licht cynisch bedoeld is. De mensen die naast ons lopen, nu op dit moment, lopen precies daar waar ze moeten zijn. En als het goed is weten die mensen dat zelf ook. Die mensen lopen daar omdat zij op dit moment bij jouw leven horen. Omdat ze jou iets kunnen bieden, maar er zelf ook iets uithalen. Mooie ervaringen, waardevolle levenslessen, gewoon: een fijne vriendschap. In ieder geval niets waar je sorry voor hoeft te zeggen, en wat verder geen uitleg behoeft. En ze blijven daar lopen. Soms langer, soms korter, maar altijd precies lang genoeg.