Vanavond is het zover. De uitzending van Kruispunt over zorgintensieve gezinnen. Liefst schrijf ik nu even een hele andere blog. Een grappige over de hoofdluismaffia bij Skye op school. De gewone basisschool, want hij is het ‘gezonde’ kind. Over het 5:2 dieet wat mijn man en ik laatst hebben gedaan. Wat we ook zo ongeveer 5 weken hebben volgehouden met als resultaat 2 kilo eraf. Lekker oppervlakkig onderwerpje. Ook al was het dieet bij mijn man echt wel broodnodig, vooral door al dat brood dus. Of over die mevrouw met kinderwagen die vanochtend druk mobiel bellend álle tijd nam om uit een Amsterdamse tram te stappen. Waarna ze begon te tieren tegen de mensen die toch inmiddels maar eens naar binnen gingen (zo’n tram kan ook zomaar ineens wegrijden, zónder jou). ‘Wat een manieren! Ik krijg zin om jullie allemaal een rotschop te verkopen!’
En normaal werkt het ook uitstekend. Dat mezelf afleiden. Even niet aan denken hoe zwaar het allemaal is. De humor van dingen blijven zien. Schouders eronder, en weer doorgaan. Maar vandaag kan ik niet anders dan erbij stil blijven staan. Samen met de rest van de Nederlandse televisiekijkers. Waarbij ik niet zozeer bang ben voor de reacties van anderen. Die in reactie op het artikel in Trouw roepen dat je ‘gewoon thuis moet gaan zitten met een kopje thee’, stoppen met werken, beschikbaar zijn voor je kind. Dat het hele burn-out verhaal van al die ouders daarmee zou zijn opgelost. Alsof de zorg an sich al niet genoeg zou zijn om een burn-out van te krijgen. Of de situatie vergelijken met mensen die een tophypotheek hebben genomen: you can’t always get what you want. Als je je verwachtingen beter managet als ouder, gewoon accepteert wat het betekent voor je leven en niet ‘altijd maar aan jezelf denkt’, komt het vanzelf in orde. Of nog erger: denken dat wij ‘vast wel iets verkeerd hebben gedaan, om zo’n kind te verdienen’.
Nee, dat is het allemaal niet. Wat me wel ontzettend moeilijk lijkt van vanavond is om ons eigen verdriet vanaf een TV scherm te bekijken. Net zoals andere mensen dit zien. Zonder dat je die helpende gedachten er overheen kan plakken. Gewoon het verdriet. Rauw. Onze dagen. De zorg voor Kate. Zoals het is. En dat ik nu al weet dat ik daarom zelf zal moeten huilen. Misschien zelfs de komende nacht niet zo goed zal kunnen slapen. Waarbij ik in mijn bed vooral zal proberen te denken aan de mooie, ontroerende momenten met Kate. Die vanavond ook zeker in beeld zullen komen. Mezelf alsnog afleid met andere gedachten. Tot de volgende dag begint, waarop we onze schouders er weer onder zullen zetten. Ik misschien zelfs in een gestolen momentje de tijd vind om een luchtig blogje te schrijven.