‘Ik dacht altijd dat moeders van gehandicapten van die suffe types waren. Van die figuren die in hun gezondheidssandalen witte tennissokken dragen. En dan met een rugzakje op het bos in, kilometers gaan wandelen, terwijl ze een rolstoel voortduwen en onderweg nog wat kikkers proberen te redden.’ Ik zie haar nog zo zitten. De hippe moeder van een kindje dat bij de geboorte blind bleek te zijn. Prachtige vrouw. Ooit makelaar geweest, die op zo’n snelle scooter door de binnenstad van Amsterdam scheurde om mensen overpriced panden aan te smeren. Met een dermate hoge courtage dat zij er dan weer mooie Jimmy Choos van kon kopen, voor bij haar Malene Birger pak.
‘En nu zit ik dus hier,’ vervolgde ze. ‘Met jou, die helemaal niet zo is. En ikzelf dus ook niet.’ En inmiddels had ze nog veel meer mensen ontmoet die haar ‘theorie van suffe types’ omver hadden gegooid. Een heel erg oppervlakkige theorie natuurlijk. Want De Moeder van Het Gehandicapte Kind, bestaat helemaal niet. Je hebt suffe moeders, hippe moeders en vooral moeders die dat allemaal niet zoveel kan schelen. Omdat je uiteindelijk vooral leert kijken naar het gezicht boven die sandalen met tennissokken. Net zoals je leert dat een kind met spasme nog niet ‘gek’ is. En dat leuke schoenen óók bij kinderen in een rolstoel, en zelfs als ze er nooit een stap mee zetten, heel goed staan.
En misschien zie je daarboven wel de blik van iemand die je enorm suf vindt. Die, nadat je haar op een of ander bospad bent tegen gekomen, halverwege jouw verhaal over ‘hoe je dit eigenlijk toch veel vaker zou moeten doen, zo’n wandelingtje. Maar ja: haast, haast, haast, hè?’ ineens niet meer luistert. Omdat ze iets groens en glibberigs voorbij ziet schieten, dat volgens haar gered moet worden. Terwijl jij die kikkerbilletjes nog het allerliefst op je bord terugziet, gebakken, met een takje peterselie erover. En zij op haar beurt misschien wel denkt dat het toch wel heel erg onhandig van jou is. Die hoge hakken, op zo’n modderig bospaadje.
Maar het kan ook zomaar zijn dat je elkaar wel vindt. In de zorgen die je hebt over je gehandicapte kind. Slapeloze nachten. En de uitdaging om ondertussen nog enigszins goedgemutst te blijven. Een leuke moeder… maar gelukkig mag je bij elkaar even lekker klagen. Net zoals ik het vond met die moeder van het blindgeboren meisje. Die helemaal niet oppervlakkig bleek te zijn, en zelf enorm kon lachen om het naieve van haar eigen theorie. En dat we ondertussen allebei van mooie kleren houden? Dat is een leuke bijkomstigheid. Maar verder totaal onbelangrijk.