‘Mama, kun je jezelf ook verliefd maken?’ Mijn zoontje vraagt het, terwijl hij onderin zijn stapelbed ligt. Klaar om te gaan slapen, omringd door zijn knuffels, achter de gordijntjes die ik ooit voor zijn bed heb gemaakt. En die nu extra handig zijn, omdat hij zo zijn moeder even niet hoeft aan te kijken. ‘Pfoe, dat is wel een goede vraag,’ antwoord ik tegen de gordijntjes. ‘Je kunt jezelf niet dwingen om verliefd te zijn. Maar soms kun je het wel alsnog worden, omdat je bijvoorbeeld steeds meer leuke dingen aan iemand ziet.’ ‘Waarom vraag je het?’ probeer ik, voorzichtig. En ik krijg zowaar nog een antwoord ook. ‘Omdat het meisje dat vandaag kwam spelen, heeft gezegd dat ze verliefd op me is.’ Hij pauzeert even. ‘Ik was dus eerst ook op haar, maar nu alweer op een ander meisje. En dat vind ik nu dus eigenlijk best wel jammer.’
Behalve dat hij al sinds zijn geboorte met mij getrouwd is, en ook een innige relatie heeft met zijn hamster knuffels, is dit de eerste keer dat ik hoor over echte jongens-meisjes verliefdheden. Even zie ik een visioen van een hoge schutting om ons huis, waar allemaal meisjes op omhoog klauteren in de hoop een blik op Skye te kunnen werpen. Maar eenmaal boven zien ze alleen mij staan. Streng (en met schouders die ineens twee keer zo breed zijn geworden) spreek ik ze toe: ‘Hij is nu zijn huiswerk aan het maken’. (En al met mij getrouwd, en hij slaapt nog met knuffels, maar dat zeg ik er natuurlijk niet bij).
Terwijl ik weg mijmer, blijft het ook achter de gordijntjes ineens opvallend stil. ‘Slaap je al?’ ‘Nee, ik denk aan de leuke dingen van het meisje, zodat ik verliefd op haar kan worden.’ ‘En lukt het?’ ‘Ja, ik ben al een kwart verliefd.’ Ik lach. ‘Dat is voor nu wel genoeg, want het is tijd om te gaan slapen.’ Bovendien blijft er zo tenminste nog driekwart over. Voor mij en de hamsters, om eerlijk te verdelen.