De wereld is een mooie plek vol met lieve mensen. Het is een gedachte die ik maar wat graag wil geloven. En om dat kracht bij te zetten, keek ik al weken niet meer naar het nieuws. ‘Vroeger toen we nog geen media hadden, wist je niet eens wat er in een dorp verderop gebeurde. Kon het weken duren voordat de berichten uit de dichtstbijzijnde stad je bereikten. En had je al helemaal geen notie van het leven in landen hier ver vandaan.’ Na deze woorden van een goede bekende, had ik mijn zero-media beleid in laten gaan. Geen berichten meer over misdaden, oorlogen, ongelijkheid, honger, discriminatie en andere ellende.
In plaats daarvan ging ik letten op alle lieve mensen om mij heen, die ervoor zorgen dat deze wereld een mooie plek is. Omaatjes die werden geholpen met oversteken. Mensen die mij uiterst vriendelijk voorrang gaven in het verkeer. De meneer van de oliebollenkraam die er nog eentje extra in de zak deed, met rozijntjes, ‘voor de kleine dame’. Mijn kleine dame zelf – dochtertje Kate – die door haar handicap van alles niet kan, maar wel stralen en lief zijn als de beste. Ik was aan het turven hoe vaak mensen aanboden om iemands kinderwagen in of uit de trein te tillen. En als ik al op social media ging dan zocht ik alleen op hashtag #blij of #happy.
Dat kun je struisvogellerig noemen: als je je kop in het zand steekt, is de vijand verdwenen. En ziet hij jou misschien ook wel niet? Maar het werkte uitstekend. En heel aanstekelijk. Met de focus op het goede, werd ik zelf ook steeds meer een barmhartige samaritaan. Na aftrek van BTW en belasting, ging er steevast ook een percentage van mijn inkomen naar goede doelen. Ik zwaaide vrolijk door de voorruit van mijn Fiat Puntootje, ten teken dat iedereen gezellig voor mij mocht invoegen. Werd nóg fanatieker met het scheiden van plastic en papier (ook de lege bakjes creme fraiche werden nu voor recycling uitgespoeld). En overwoog meerdere keren serieus om me aan te melden als vrijwilliger voor de Sinterklaasintocht.
Maar gisteren, toen ik mijn man net welterusten zou zeggen, kwam de media ineens keihard mijn slaapkamer binnen. ‘Er zijn allemaal aanslagen in Parijs,’ zei hij, vanachter zijn telefoonscherm. ‘Een soort Franse 9/11.’ Zie je wel, dacht ik direct, het is niet zo. Mijn gedachten rolden zich op als een egeltje. Stekels naar buiten, ter bescherming tegen de vijand. De wereld is een plek waar je niet meer rustig op een terrasje kunt zitten, naar een concert kunt gaan of een vriendschappelijke voetbal-interland kunt bijwonen. Waar je angstgedachten moet hebben, bij een romantisch weekendje Parijs. Niet onbezonnen in een internationale trein kunt stappen. Of zonder gevaar kan zonnebaden in Tunesie.
Alle ellende kwam weer in volle vaart terug, en toen ik het nieuws ging kijken werd het er niet beter op. Parijs, liquidaties in Amsterdam, doodgereden Hamidou… tot aan een gestolen geldkistje van een zorgboerderij. Vierhonderd euro. Bij elkaar gewerkt door mensen met een handicap, om voer van te kopen voor de kippen, de schaapjes en de cavia’s. En toch weiger ik. Weiger ik om hierin te blijven hangen. Oke een zero-media beleid hou je dus maar even vol. Ook ik zoek nu op hashtag #parijs. Maar die goede mensen in de afgelopen weken waren hartstikke echt. Mijn dochtertje heeft die extra oliebol echt opgegeten. En ik heb die turfjes op de muur niet verzonnen. De wereld is een mooie plek vol met lieve mensen. Zo wil ik graag geloven. En daar ga ik gewoon mee door.