Zojuist vond ik de zoveelste brief van het zorgkantoor op onze deurmat. Ik had net aan mijn zoontje beloofd dat ik zo meteen een spelletje met hem zou doen. Alleen nog even iets pakken, boven. En toen lag daar in de gang die brief. Nu slaat mijn hart, bij het zien van het zorgkantoor- of SVB-logo, tegenwoordig gelijk al een slag over. Een beetje dat fouilleren-door-de-douane-gevoel: je weet dat je niets verkeerd hebt gedaan, toch voel je je vanzelf een beetje schuldig. En ook nu wist ik dat ik niets verkeerd had gedaan. Ik had keurig gezwoegd op alle zorgovereenkomsten, -beschrijvingen en mijn verantwoording over 2014 zelfs een week te vroeg toegestuurd. Allemaal in stevige bubbeltjes-enveloppen, aangetekend, met ontvangstbevestiging
Dus toen ik als bovenaan de brief ‘herinnering verantwoordingsformulier’ las, ging ik er voor het gemak (maar lichtelijk geïrriteerd) vanuit dat het een automatisch aangemaakt schrijven was. Het is tenslotte zo’n beetje een week na de uiterste inleverdatum, en zij waren er op hun beurt vast voor het gemak vanuit gegaan dat wij het niet tijdig zouden inleveren. Maar voor de vorm, ik ben tenslotte een net en georganiseerd mens, besloot ik toch even te bellen. ‘Nee, mevrouw. We hebben het niet binnen. ‘ Hoe bedoelt U: niet binnen? ‘Aangetekend verstuurd zegt U? Naar welk adres?’ Nou wat dacht u van het adres dat in de verzoekbrief stond? ‘O, nou ja. Ik dacht: misschien zit daar het probleem…’
Maar het probleem zit natuurlijk heel ergens anders. Namelijk dat het zorgkantoor hun post eerst op een andere plek verzameld. Dat dáár de ontvangstbevestiging wordt getekend. Dat dit dus geen enkele garantie geeft dat het poststuk ook daadwerkelijk bij het juiste zorgkantoor aankomt. Omdat ze blijkbaar geen postvolgsysteem hebben? ‘Dus eigenlijk heeft aangetekend versturen niet zoveel zin, mevrouw.’ Want ‘Ergens tussen uw verhaal dat het is opgestuurd en dat het hier nu niet bij ons is, ligt nu het probleem.’ Ja bij úw postdistributie dus en het feit dat u míj daar uiteindelijk weer verantwoordelijk voor maakt.
Want het einde van het liedje is dat ik mijn verantwoording opnieuw mag insturen. Ik. Moeder van een zorgintensief kindje. Ik. Die juist zo blij was dat ik dat hele verantwoordingsverhaal van mijn to-do list kon strepen. Ik. Die hier nu boos en verdrietig achter mijn bureau zit. Ik. Die nu eigenlijk een spelletje zou gaan doen met mijn zoontje, de brus van mijn zorgintensieve dochter. Ik. Die in plaats daarvan een glaasje appelsap krijg, van datzelfde zoontje, die nu heel bezorgd naar me kijkt. Ik. Die nu nog tien dagen de tijd heeft om de gegevens aan te leveren. Anders, zo dreigt de brief: mag ik alles wat niet is verantwoord – en daarmee ‘dus’ niet is besteed – terugbetalen aan het zorgkantoor.
Volgens mij wordt het tijd dat het zorgkantoor eens een verantwoordingsformulier gaat in vullen. Over hoe het toch zo’n ongelooflijke chaos kan zijn daar. Ook graag binnen tien dagen. Anders leg ik een claim bij ze neer voor de door mij verloren (familie)tijd, print- en verzendkosten en het verpesten van mijn dag.